Algemene informatie
Riesling is hét paradepaardje van de Duitse wijnbouw en staat wereldwijd bekend om zijn finesse, frisheid en bewaarpotentieel. De druif is waarschijnlijk ontstaan uit een natuurlijke kruising van Heunisch met de wilde wijnstok Vitis silvestris. Meer dan de helft van alle Riesling wereldwijd groeit in Duitsland, met de Pfalz als grootste aanplantgebied. Ook in de VS, Australië, Oostenrijk en Frankrijk is Riesling een belangrijk ras. Zijn vermogen om terroir te vertalen is onovertroffen.
Druif
De trossen zijn klein, vaak geschouderd, en afhankelijk van de kloon vrij compact of los. De ronde bessen zijn groengeel, met zwarte puntjes op de schil, en kleuren bij rijping geelbruin. Nieuwere klonen geven lossere trossen, wat de kans op botrytis verkleint.
Weerstand
- Peronospora (valse meeldauw): +
- Oidium (echte meeldauw): +
- Botrytis (grijze schimmel): +/–
Wijn
Rieslingwijnen kunnen variëren van strakdroog tot edelzoet. Ze staan bekend om hun levendige zuren, aroma’s van appel, perzik, citrus en vaak ook kruiden, honing en een lichte mineraliteit. Door zijn hoge zuurgraad en extract leent Riesling zich uitstekend voor langdurige flesrijping. Ook Beerenauslesen en Eiswijnen behoren tot de mogelijkheden.
Teeltadvies
Riesling is laat rijpend en vraagt een warme, beschutte ligging met goede zoninval. Hij groeit goed op arme, stenige of verweerde bodems met voldoende waterdoorlatendheid. De plant groeit middelmatig tot krachtig en is redelijk droogtetolerant. In natte of schaduwrijke jaren kan lamsteligheid optreden. Op sterk zonbeschenen hellingen bestaat kans op zonnebrand.
Voorbereiding wijnstok
De groei is rechtopgaand en gestructureerd. Kies bij voorkeur een standplaats met voldoende licht, lucht en een bodem die warmte vasthoudt — zoals leisteen, zandsteen of kalkhoudende rots.
Grondvoorbereiding
- Op kalkrijke grond: verbeter met lavagruis
- Op zandgrond: verbeter met bentoniet en lavameel
Uitplanten
Stop je wijnstok 24 uur in een emmer met water. Zo kan hij zich nog eens volzuigen voor de uitplant.
Plant tussen 1 en 15 mei. Gebruik een grondboor of spade om een plantgat van 10 cm diameter en 30 cm diep te maken. Zet de ent net boven de grond, zodat de wijnstok 5 tot 10 cm uit de grond steekt.
Plantafstand
- In de rij: 1 meter
- Tussen de rijen: 1,5 tot 1,8 meter