Algemene informatie
Pinot Noir (of Spätburgunder) is een van de oudste en meest verfijnde rode druivenrassen ter wereld. De variëteit vindt haar oorsprong in Bourgondië, waar ze al sinds de Romeinse tijd wordt verbouwd. Rond 884 werd Pinot Noir als “Clävner” in Duitsland geïntroduceerd en kreeg ze later bekendheid als Blauburgunder in Oostenrijk en Dôle in Zwitserland. Deze edele druif staat bekend om haar complexe aroma’s en elegante structuur, maar stelt hoge eisen aan zowel standplaats als vakmanschap. Pinot Noir komt het best tot zijn recht in koelere klimaten met een lang groeiseizoen.
Druif
De trossen zijn klein tot middelgroot, cilindrisch en soms licht geschouderd. De bessen zijn rond tot ovaal, donkerblauw van kleur, met een sappig, fruitig vruchtvlees en een dunne schil. De structuur van de tros varieert van compact tot los, afhankelijk van de groeicondities.
Weerstand
- Peronospora (valse meeldauw): +
- Oidium (echte meeldauw): +
- Botrytis (grijze schimmel): +
Wijn
Pinot Noir levert elegante wijnen met een uitgesproken aroma van aardbei, kers, rijpe pruim of zwarte bes. Afhankelijk van rijpheid en vinificatiestijl kan dit aangevuld worden met kruidige tonen van rozemarijn, munt, amandel of mokka. Rijping op eikenhout geeft extra diepte. De wijnen zijn doorgaans licht tot medium van kleur, met rijpe tannines en een verfijnde zuurgraad. Ideaal voor wie houdt van verfijning boven kracht.
Teeltadvies
Pinot Noir is gevoelig voor droogte, schimmels en bodemeigenschappen. De druif vraagt een goed verluchte standplaats en voldoende bodemvocht in de zomer. Warme, goed doorlatende gronden en een beschutte ligging zijn gunstig. De groei is middelsterk tot krachtig. Loofwerk en gewasbescherming vragen extra aandacht bij dit ras.
Voorbereiding wijnstok
De groei is beheersbaar maar vraagt aandacht. Door zijn opgaande groei is Pinot Noir goed te leiden langs rekken of draadconstructies.
Grondvoorbereiding
- Op kalkrijke grond: verbeter met lavagruis
- Op zandgrond: verbeter met bentoniet en lavameel
Uitplanten
Stop je wijnstok 24 uur in een emmer met water. Zo kan hij zich nog eens volzuigen voor de uitplant.
Plant tussen 1 en 15 mei. Gebruik een grondboor of spade om een plantgat van 10 cm diameter en 30 cm diep te maken. Zet de ent net boven de grond, zodat de wijnstok 5 tot 10 cm uit de grond steekt.
Plantafstand
- In de rij: 1 meter
- Tussen de rijen: 1,5 tot 1,8 meter