Algemene informatie
De Bacchus-druif is een klassieke witte wijnvariëteit die in 1933 werd ontwikkeld in het instituut voor wijnstokveredeling Geilweilerhof in Zuid-Palts. De kruising van Silvaner × Riesling × Müller-Thurgau resulteerde in een vroegrijpe druif met hoge mostgewichten en lage zuurgraad. Bacchus was lange tijd populair in Rheinhessen en Franken, en kent tegenwoordig een opvallende heropleving in het Verenigd Koninkrijk, vooral in de opkomende wijnregio’s ten zuiden van Londen.

Druif
De druiventrossen zijn geschouderd en dicht bezet. De middelgrote bessen zijn geelgroen, ovaal tot rond, en hebben een lichte muskaatsmaak. De groei is middelmatig tot krachtig. Bacchus is goed bestand tegen vorst en het hout rijpt mooi af richting het einde van het seizoen.

Wijn
De wijnen van Bacchus zijn bloemig, fruitig en toegankelijk. Bij volledige rijpheid geven ze aromatische, extractrijke wijnen met een uitgesproken bouquet. De geur en smaak doen denken aan Scheurebe, met een vleugje muskaat en citrus.

Teeltadvies
Bacchus groeit goed in koelere klimaten, maar op zeer groeikrachtige of natte standplaatsen kunnen de bessen gaan barsten, wat de kans op rot vergroot. Een luchtige standplaats met goede drainage is aanbevolen.

Voorbereiding wijnstok
Stop je wijnstok 24 uur in een emmer met water. Zo kan hij zich nog eens volzuigen voor de uitplant.

Grondvoorbereiding

• Op kalkrijke grond: verbeter met lavagruis
• Op zandgrond: verbeter met bentoniet en lavameel

Uitplanten
Maak met een grondboor of spade een gat met een diameter van 10 cm en ongeveer 30 cm diep. Plant de wijnstok met de ent net boven de grond, zodat de plant 5 tot 10 cm uit de grond steekt.

Plantafstand

• In de rij: 1 meter
• Tussen de rijen: 1,5 tot 1,8 meter